De algemene risico’s zijn met € 2,5 miljoen afgenomen naar € 3,7 miljoen. De algemene risico’s hebben betrekking op de ontwikkeling van de opbrengstenstijgingen, de inflatie, de rente en het risico van tragere verkopen. Vorig jaar werd het algemene risico met name als gevolg van onzekerheid rondom de ontwikkeling van de inflatie, de rente en de woningbouwprijzen nog met € 3,1 miljoen verhoogd. Inmiddels is de inflatie afgevlakt en blijken de woningprijzen alweer te stijgen. De verwachting is dat de rente de komende jaren weer kan gaan dalen. De inschatting van de mogelijke impact van risico’s is in 2023 weer verlaagd samen met een lagere kans van optreden waardoor de risicobedragen weer lager uitvallen. De Grassen heeft het grootste aandeel in de algemene risico’s.
Naast de algemene risico’s (prijs, planning en programma) zijn voor de projecten de specifieke risico’s in beeld gebracht. Het grootste risico betreft de daadwerkelijke realisatie van alle vervolgfasen in het project De Grassen. Een bestemmingswijziging die woningbouw mogelijk maakt is nodig om verkopen mogelijk te maken die nodig zijn om de relatief hoge boekwaarde van dit project terug te kunnen verdienen. Ongeveer 80% van het totale risicobedrag (inclusief algemene risico’s) op grondexploitaties betreft het project De Grassen. Het vervolg van De Grassen wacht inmiddels al enkele jaren op een definitieve positieve uitspraak inzake de ontsluitingsweg (GOL) die nodig is om de vervolgfasen daadwerkelijk te kunnen realiseren. Anders is woningbouw nog niet mogelijk. Begin 2024 heeft de Raad van State voor de tweede keer een tussenuitspraak gedaan.
De Toelichting grondexploitaties 2023 en de paragaaf weerstandsvermogen geven een nadere onderbouwing van de gesignaleerde risico’s. Niet alle risico’s treden tegelijk op. Op basis van de kans van optreden, is een benodigde buffer in het weerstandsvermogen voor grondexploitaties berekend van € 7,7 miljoen. Dit voor het geval de werkelijke verliezen hoger uitvallen dan het verlies waarvoor voorzieningen zijn gevormd. Daarmee zijn de risico’s vanwege de grondexploitaties afdoende afgedekt.
De ontwikkeling van de hypotheekrente en de lonen hebben effect op de verkoopbaarheid en prijsontwikkeling van koopwoningen. Daar staat tegenover dat de krapte op de woningmarkt blijft en de grote vraag naar woningen een verhogend effect blijft houden op de woningprijzen.
Het risico van stikstof is vooralsnog beschouwd als een vertragingsrisico. Ook de beperkte capaciteit op het stroomnet kan ertoe leiden dat nieuwe ontwikkelingen pas later toegang krijgen tot het stroomnet en daarmee vertraging op kunnen lopen. In de reguliere risicoberekeningen is al rekening gehouden met een mogelijke vertraging van de uitgifte van gronden met 2 jaar. Onder de specifieke risico’s is daarnaast rekening gehouden met mogelijke extra kosten als gevolg van stikstof.