Grondexploitatie € 7.700.000, diverse kans%
(programma Economie en recreatie en Bouwen en wonen)
De complexe en langdurige processen rondom projecten, brengen risico’s met zich mee. Dit kan leiden tot tegenvallende resultaten, waardoor verliezen hoger uit kunnen vallen dan verwacht. Verliezen zijn afgedekt met voorzieningen. Wanneer voorzieningen ontoereikend blijken, moet het gemeentelijk weerstandsvermogen toereikend zijn om aanvullende verliezen op te kunnen vangen.
De algemene risico’s zijn doorgerekend voor alle relevante projecten. De algemene risico’s betreffen onder meer het risico van dalende grondprijzen bij een tegenvallende economische ontwikkeling, het risico dat de rente kan stijgen en het risico dat de inflatie hoger uitvalt dan ingerekend. In de risicoanalyse is rekening gehouden met het scenario van een economische teruggang waarbij verkoopprijzen dalen, hypotheekrentes stijgen, de verkopen vertragen en de jaarlijkse indexering van de grondprijzen lager uitvalt.
Ten tijde van de jaarrekening 2022 werd de kans dat deze algemene risico’s zich daadwerkelijk voordoen (gezien de effecten van de oorlog in de Oekraïne op de inflatie en rente) nog verhoogd. Begin 2024 zijn de rente-ontwikkeling en inflatie voor een groot deel weer genormaliseerd. Ook bleek het tekort aan woningen zo groot dat de effecten van de stijgende rente op grondprijzen en woningprijzen in het afgelopen jaar bleken mee te vallen. Door stijgende salarissen kunnen kopers ook meer betalen. Op grond van deze ontwikkelingen zijn de risico-effecten en de kans van optreden weer naar beneden bijgesteld.
Bij de totstandkoming van de jaarrekening 2023, zijn begin 2024 nieuwe risicoanalyses opgesteld om het mogelijke effect van optredende risico’s in beeld te brengen. Het risicobedrag nam met name af door een lagere kans van optreden van de algemene risico’s en door een verlaging van de geschatte impact van de risico’s (minder effect van prijsdalingen en inflatie). Het project De Grassen heeft met een totaal risicobedrag van 6,2 miljoen het grootste aandeel in het resterende risicobedrag van € 7,7 miljoen.
Beperkte capaciteit (formatie) door uitval of niet ingevulde vacatures € 500.000, 50% kans (diverse programma’s)
De huidige economische ontwikkelingen zorgen voor een krappe arbeidsmarkt. Hierdoor is het moeilijk om vacatures in te vullen. Dit is een landelijk gesignaleerde trend, die zich inmiddels heeft uitgebreid naar bijna alle werkterreinen. Omdat de werkzaamheden doorgaan en om het effect op de organisatie en doelstellingen te beperken kan gekozen worden voor tijdelijke inhuur om de vacatures in te vullen. Dit brengt echter hogere kosten met zich mee.
Invoering privatisering bouwtoezicht € 200.000, 90% kans (programma Openbare orde en veiligheid)
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), is op 14 mei 2019 door de Eerste Kamer aangenomen. De invoeringsdatum van de wet is gelijktijdig met de invoering van de Omgevingswet en daarom uitgesteld tot 1 januari 2024. Met behulp van een extern advies is het financiële gevolg (voor zover nu mogelijk) ingeschat en verwerkt in de begroting. Aangezien de werkzaamheden veranderen en de inschatting daarom moeilijk is, wordt het risico voor afwijkingen ten opzichte van de huidige schattingen nog steeds opgenomen.
Vervallen specifieke toprisico's
Het volgende specifieke, financiële, risico voor de gemeente Heusden was opgenomen in de toprisico’s van de vorige paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Deze is echter nu vervallen:
Rente voor aan te trekken financiering
(diverse programma's)
Op basis van de cashflow prognoses wordt in de begroting een inschatting gemaakt van de verwachte nieuw af te sluiten leningen. Hiervoor wordt een inschatting gedaan van de verwachte rente.
Bij het opstellen van de begroting 2024 is rekening gehouden met het aantrekken van geldleningen in het 2e halfjaar 2023 voor een bedrag van € 19 miljoen tegen een verwacht rentepercentage van 3,15%. In 2023 is uiteindelijk € 13 miljoen aangetrokken tegen een rentepercentage van afgerond 3,25% Voor de begroting 2024 geeft dit een voordeel van afgerond € 175.000.
Voor 2024 is gerekend met het aantrekken van € 17 miljoen tegen het rentepercentage van 3%. Hiervan is inmiddels € 5 miljoen aangetrokken met een rentepercentage van 3,107%. Vooralsnog is het uitgangspunt dat de overig voorziene geldleningen (nog 12 miljoen) in 2024 worden aangetrokken waarbij gesteld kan worden dat indien deze leningen voor 0,5% hoger moeten worden aangetrokken dan het voorziene percentage er een toename zal zijn van € 60.000 van de rentedruk van deze leningen.
Per saldo kan gesteld worden dat er ten opzichte van de voor het jaar 2024 opgenomen rentedruk géén risico hoeft te worden opgenomen immers de voordelen vanuit 2023 wegen ruim op tegen de nadelen van de aangetrokken en voorziene nog aan te trekken leningen van 2024.
.