Verschillenanalyse per programma

Sociaal domein

Programma Sociaal domein

Financiën (* 1.000)

Jaarrekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2023 na wijziging

Jaarrekening 2023

Lasten

50.551

47.346

62.608

59.385

Baten

12.707

8.569

21.689

22.091

Saldo

-37.845

-38.777

-40.919

-37.294

Mutaties reserves

Stortingen in reserves

0

0

0

0

Onttrekkingen uit reserves

1.400

0

463

1.002

Per saldo mutaties reserves

1.400

0

463

1.002

Saldo inclusief mutaties reserves

-36.445

-38.777

-40.456

-36.292

Toelichting begroot na wijziging versus realisatie 2023

Specificatie verschil (x € 1.000):

Samenkracht en burgerparticipatie

5.747

Participatie (incl. schuldhulpverlening)

-1.546

WMO - Jeugd

-636

Volksgezondheid

60

Voordelig verschil

3.625

Voornaamste verschillen:

Algemeen

Over diverse taakvelden binnen dit programma zijn meer uren gerealiseerd dan begroot was. Deze uren zijn exclusief de uren die voor opvang Oekraïne zijn gerealiseerd. Dit leidt tot een nadeel.

-60.000

Samenkracht en burgerparticipatie

Voor het uitvoeren van de taken omtrent de vluchtelingenopvang Oekraïne ontvangt de gemeente middelen van het Rijk.  Het uiteindelijke positieve saldo bedraagt € 5.139.285. Hiervan is voorgesteld om € 4.774.000 over te hevelen naar 2024 en € 440.000 ten gunste van het resultaat te laten komen.

Voor opvang Oekraïne zijn meer uren gerealiseerd dan begroot was. Het leidt tot een nadeel van € 54.000. Hier staan wel de extra subsidie opbrengsten tegenover.

De kosten voor subsidies Sociaal Domein zijn lager uitgevallen dan begroot. Hieronder vallen subsidies van WMO € 15.000 nadeel Jeugdgezondheid € 53.000 voordeel en op de subsidies die opgenomen is voor energiecompensatie is minder betaald waardoor een voordeel ontstaan is van € 130.000 overige voordeel op subsidies SCW van € 18.000.

Niet alle gekoppelde statushouders zijn gehuisvest. Hierdoor zijn ook niet alle statushouders gestart met de inburgering terwijl hier wel budget voor is. Hiervan is voorgesteld om € 90.000 over te hevelen naar 2024.

4.774.000

440.000

-54.000

186.000

90.000

De kosten voor het jeugd- en gezinsteam Heusden (Sterkhuis) zijn lager uitgevallen dan begroot. De kosten zijn lager omdat nog niet is doorgegroeid naar de volledig gewenste sterkte per eind 2023. De kosten van Sterkhuis hebben een sterke relatie met de kostenontwikkeling van de regionale jeugdhulp. De inzet van Sterkhuis moet tot minder kosten via de regionale jeugdhulp leiden. Daarom is ter compensatie voor de kosten van Sterkhuis een besparing op de regionale jeugdhulp ingerekend. Dit voordeel en het nadeel op de regionale kosten voor jeugdhulp is verrekend met de mutatie reserve Sociaal Domein.

380.000

Het verschil ontstaat door minder subsidiekosten voor ouderenorganisaties en lagere kosten cliëntenondersteuning. De kosten voor clientondersteuning zijn lager omdat € 14.000 van de kosten afgedekt kon worden door een ontvangen subsidie. Daarnaast is de subsidie met € 13.000 verlaagd vanwege aanpassing taken.

42.000

De huurkosten van het MFA zijn € 34.000 lager dan begroot. Doordat de huur vooruitbetaald wordt, is de maandhuur van januari 2023 per abuis ten laste van 2022 geboekt waardoor nu in 2023 een huurtermijn minder aan kosten geboekt is. Daarnaast zijn de huuropbrengsten voor het buurthuis en de wijkwinkel € 13.000 hoger dan begroot. Dit geeft een totaal voordeel van € 47.000.

47.000

Participatie

Binnen armoedebeleid blijkt dat de uitvoering van de bijzondere bijstand heeft geleidt tot een nadeel van € 1.461.000. De bijzondere bijstand pakt hoger uit vanwege een (verdere) toename van de kosten voor bewind voering en kosten voor leningen en levensonderhoud gerelateerd aan statushouders. Maar ook de kosten voor uitvoering van de regeling energietoeslag door Baanbrekers heeft hogere kosten tot gevolg. Voor de regeling energietoeslag is bij de december circulaire geld ontvangen.
Voor de Heusdenpas zijn de kosten in 2023 € 73.000 hoger vanwege een groter aantal inwoners dat er gebruik van maakt.
De kosten van kwijtschelding zijn € 20.000 lager en ook de kosten voor armoedebeleid voedselbank zijn € 12.000 hoger dan begroot.

-1.526.000

WMO

De kosten voor WMO vallen per saldo € 283.000 gunstiger uit.
Dit saldo bestaat uit voor- en nadelen op de verschillende componenten (Hulp bij Huishouden, begeleiding/dagbesteding, voorzieningen t.b.v. mobiliteit of huisaanpassingen, regiotaxi).
Zo is bij Hulp bij Huishouden ten opzichte van de gewijzigde begroting een nadeel van € 31.000. Dit komt doordat het aantal cliënten is gestegen. De kosten voor WMO begeleiding / dagbesteding laten een voordeel zien van € 478.000. Dit is met name het gevolg van de nieuwe regionale inkoop WMO en lagere kosten voor de lokale voorzieningen voor WMO begeleiding maatwerk (PPP).
De overige WMO-voorzieningen geven een totaal nadeel van € 164.000. Een bedrag van € 231.000 van WMO begeleiding wordt verrekend met de mutatie reserve Sociaal Domein.

283.000

Jeugd

De kosten van Jeugdhulp zonder verblijf PPP zijn hoger dan begroot dit geeft een nadeel van € 91.000 en de kosten van Jeugdhulp zonder verblijf PGB zijn lager dan begroot hierdoor ontstaat een voordeel van  € 67.000. Per saldo een nadeel van € 24.000.

Over 2023 zijn de kosten voor de regionale jeugdhulp op basis van de 2e financiële prognose opgenomen. (Peildatum december 2023 ontvangen 31-01-2024. In deze prognose komt naar voren dat de aantallen in de verschillende segmenten hoger uitvallen dan begroot.  
Nog niet alle gegevens zijn definitief. Hierdoor kan er na vaststelling van de definitieve cijfers een afwijking ten opzichte van de in deze jaarrekening opgenomen cijfers ontstaan, wat zichtbaar zal worden in 2024. Bij het jeugd- en gezinsteam Heusden (Sterkhuis) heeft een besparing plaatsgevonden op jeugd. Ten opzichte van de bijgestelde begroting is sprake van een negatief effect van € 1.100.000. Dit nadeel en het voordeel van € 380.000 op de kosten van het jeugd- en gezinsteam is verrekend met de mutatie reserve Sociaal Domein.

-24.000

-1.110.000

De kosten voor de regionale uitvoering van WMO-begeleiding en de kosten voor de dienstverlening van Zorglokaal zijn lager vastgesteld dan begroot. De kosten voor de regionale uitvoering van WMO worden op basis van werkelijke kosten achteraf in rekening gebracht.

37.000

Volksgezondheid

Niet alle middelen voor Kansrijke start zijn besteed € 55.000. De bijdrage van de GGD en wet verplichte GGZ hebben een voordeel van € 20.500

76.000

Overige verschillen

44.000

Saldo verschil

3.625.000

Toelichting op hoofdlijnen realisatie 2023 versus realisatie 2022

Specificatie verschil (x € 1.000):

Saldo jaarrekening 2023

-37.294

Saldo jaarrekening 2022

-37.845

Voordelig verschil

551

Voornaamste verschillen:

In 2023 zijn er meer uren doorbelast dan in 2022. In totaal gaat het om € 87.000. Hieronder vallen voor een bedrag van € 78.000 de interne uren voor de opvang van Oekraïners.

-87.000

Voor de opvang van Oekraïners zijn enerzijds middelen ontvangen van het Rijk en anderzijds zijn er kosten gemaakt. Per saldo is een bedrag ontvangen dat nog niet besteed is. Dit geeft een voordeel waarvoor voor een deel in 2023 een budgetoverheveling is voorgesteld en een deel van het bedrag komt ten gunste van het resultaat.

3.428.000

De kosten voor armoedebestrijding zijn in 2023 lager dan in 2022. De kosten voor de Heusdenpas zijn ongeveer € 27.000 hoger en schuldhulpverlening € 79.000 hoger. De kosten voor inkomensondersteuning(bijzondere bijstand) en de tegemoetkoming energietoeslag vallen in 2023 € 771.000 lager uit.

665.000

De bijdrage voor Baanbrekers voor het jaar 2023 is hoger vastgesteld dan de bijdrage voor het jaar 2022.

-581.000

De kosten voor het Jeugd en Gezinsteam (JGT) zijn in 2023 € 878.000 hoger. In 2023 heeft uitbreiding van het JGT plaatsgevonden in de samenwerking met Sterkhuis. De kosten hiervoor zorgen voor een nadelig effect in vergelijk met 2022. Dit moet gezien worden in relatie tot de kostenontwikkeling van regionale jeugdhulp.

-878.000

Voor jeugdhulp zijn de kosten in 2023 € 400.000 hoger. Dit is met name het gevolg van prijsstijgingen en een toename van het aantal jeugdigen met hulp.

-400.000

In 2023 zijn de kosten statushouders en inburgering hoger dan over 2022. Dit is het gevolg van een toename van het aantal statushouders en inburgeraars.

-145.000

Huur MFA lager in 2023. De huurkosten van het MFA zijn in 2023 lager dan in 2022. De huur januari 2023 is per abuis ten laste van 2022 geboekt. Hierdoor ontstaat een verschil van € 73.000. Daarnaast zijn de huuropbrengsten voor het buurthuis en de wijkwinkel hoger dan in 2022 € 13.000. Dit geeft een totaal voordeel van € 86.000

86.000

De kosten voor de (regionale) uitvoering van WMO zijn incidenteel ongeveer € 70.000 hoger.

-70.000

De kosten voor WMO vallen per saldo hoger uit in 2023 dan in 2022. Dit saldo bestaat uit verschillende componenten:
Hulp bij Huishouden hogere kosten als gevolg van stijging tarief en meer cliënten € 745.000;
WMO begeleiding/dagbesteding hogere kosten € 204.000;
Hogere kosten woningaanpassingen door oa het toenemende aantal trapliften dat geplaatst wordt en enkele duurdere woningaanpassingen € 170.000;
De kosten voor voorzieningen t.b.v. mobiliteit en hulpmiddelen zijn  € 157.000 hoger als gevolg van hogere tarieven en toename gebruik deeltaxi;. Dit was in de coronaperiode ook enorm gedaald.

-1.276.000

De kosten van Jeugdhulp zonder verblijf PPP zijn in 2023 hoger dan in 2022. Dit geeft een nadeel van € 511.000. De kosten van Jeugdhulp zonder verblijf PGB geven een voordeel van € 332.000. Dit geeft een totaal verschil van € 179.000 nadeel

-179.000

Overige verschillen

-12.000

Saldo verschil

551.000

Deze pagina is gebouwd op 06/26/2024 13:06:37 met de export van 06/26/2024 12:59:12